9
Een boswandeling

Het is half tien wanneer de avonddienst er op zit. Mijn meute begeeft zich nu naar de uitgang en verlaat zichtbaar vermoeid het pand. Sommige worden opgehaald door een vriend of familielid met een auto. Anderen zijn met de fiets of met het openbaar vervoer. Wanneer de bus de halte heeft leeg geveegd is mijn workforce opgelost in de avond. Tot voor 15 minuten geleden was het hier een kabaal van jewelste. Een kakofonie van geluid door alle telefoongesprekken die er op de werkvloer plaatsvonden. Nu is het hier doodstil. Met mijn jas over mijn arm werp ik een laatste blik op de werkvloer. Morgen, voor vandaag is het klaar. Ik doof de lichten en trek de voordeur achter mij dicht. De vermoeidheid valt nu over mij heen. Dat was een lange dag.Bij mijn auto aangekomen tref ik een briefje onder mijn ruitenwisser aan. “Parkeerplaats zeezicht bij het bos.” Het is een kwartiertje rijden. Precies genoeg voor mij om de dag af te sluiten en mijn zinnen te zetten op wat komen gaat. Achter jouw berichtjes hoe kort en compact ook geschreven gaan altijd grootse avonturen schuil. Op weg naar het natuurgebied hier in de buurt voel ik mijn vermoeidheid wegvloeien en hernieuwde energie via mijn aderen binnen stromen. Dit was precies wat ik nodig had.

Ik rij stapvoets een rondje over de parkeerplaats maar zie jouw auto nog niet staan. Ik parkeer zelf op een donker stukje van de parkeerplaats. Zo ben ik beschermd tegen ongewilde aandacht van mogelijke passanten. Ik blijf in de buurt van mijn auto. Ik steek een sigaret op en staar naar de sterrenhemel boven mijn hoofd. Het wordt een tropisch klamme nacht. De donkere hemel maakt de maan fel zodat er genoeg zicht is deze nacht. In de verte zie ik een bundel van licht boven de duinen zweven. In een grillige route zie ik het lichtspook van jouw koplampen de parkeerplaats naderen. Naast mij verstomt de motor en doven de lichten. Bij het openen van het portier gunt de binnenverlichting mij een blik op jouw schoot. Het zwart is kort en contrasteert met jouw blote benen. De kanten details geven jouw intentie prijs. Mijn hartslag verhoogt. We begroeten elkaar met een kus op de wang. Jouw hand vlijt zich in mijn zij en het contact veroorzaakt tintelingen over heel mijn lichaam. Je maakt contact en niet perse per ongeluk. “Je hebt mijn briefje gevonden.” Fluister je in mijn oor met een vleugje triomf. Je parfum dient zich aan en dringt bij mij een associatie op. Zwaar, zwoel en vers. Van jou. Je hand aait mijn rug terwijl jouw borst opzettelijk klem komt te zitten tussen ons in. Ik voel druk van jouw opgetrokken knie in mijn kruis. Mijn verlangen hoopte op zoiets. Lust begint nu aan zijn opmars.

Ik ontsnap uit de omhelzing en duw jou van mij af. “Kom!” daag ik je uit. “We gaan een stukje lopen.” Met een gulle lach accepteer je mijn uitgestoken hand. In de verte horen we het onafgebroken aanzwellen en sterven van de gestrande golven op de Nederlandse kust. Het bepaalt de richting van onze wandeling. Het geknars van het schelpenpad onder onze schoenen overstemt ruimschoots het schuimgeruis in de verte. Door het hand in hand contact tanken wij beiden moed en zo nu en dan zelfs genoeg om de wandeling te onderbreken voor innig zoenen. Langzaam ontvouwt zich een spel waarin ik steeds verder wil dan jouw geveinsde preutsheid toelaat. Je ontwijkt, wordt gevangen en ontsnapt weer. Je weet je handig overal uit te wringen en eenmaal op veilige afstand kom je weer terug voor meer. De jager-prooi dynamiek die ontstaat vult ons hart en lust.

Verder in ons spel hebben wij elkaar inmiddels uitgebreid betast en bevoeld maar ik wil meer. Mijn lust heeft moed opgestuwd en adviseert mij nu de gang onder de blouse in te zetten. Bij de eerste volgende gevangenneming trek ik je blouse uit je rokje en baan mij een weg over je blote huid naar boven. Het zware ademen van jou als gevolg hiervan steunt mijn overtuiging op de goede weg te zijn. Net wanneer ik een beetje zacht gewicht in mijn handen begin te nemen voelen wij de grond onder onze voeten onheilspellend trillen. Een aanzwellend dof geroffel komt in een razend tempo dichterbij. De volgende fractie van een seconde later schiet het galop op volle snelheid langs ons heen. De zwarte harige bol van pakweg 30 kilo mist op een haar na onze knieën en voordat wij het goed en wel beseffen is het alweer voorbij en ebt het geluid snel weg. Geschrokken betrapt te zijn springen wij naar zedig afstand zodat betamelijk verdedigbaar zal zijn. In het apathische gedeelte van deze schrik speuren wij tevergeefs het pad af op zoek naar het bijbehorende mens. We kunnen het mens echter niet ontdekken maar weten dat wij hem spoedig zullen ontmoeten. De adrenaline van de schrik vormt nu een rare cocktail met mijn onbevredigde lust. Ik werp een laatste blik om ons heen en concludeer dat het tijd is om jouw blouse op te eisen. Ik wil dat je hem uittrekt en aan mij geeft voordat het baasje hier is. Je eerste reactie veins je weer preuts en maak te veel verbaal bezwaar. “Wat? Wát moet ik je geven? Ja dag. Dat ga ik niet doen. Nee, echt niet. Zo’n meisje ben ik niet hoor.” Klinkt het op gedempte toon. Je woorden zijn echter niet in overeenstemming met je handelen. Ik krijg als taak de uitkijk te zijn wanneer ik je jas op de grond zie vallen. Je bent al halverwege het los maken van de knoopjes van je blouse wanneer je nog volop je beklag doet over mijn gebrek aan mensenkennis. Je laat jij de witte blouse van je schouders glijden. Een donkere bh blijft achter welke veel te klein lijkt voor het gewicht wat hij hoog moet houden. Elke beweging die nu volgt creëert ongecontroleerde schommelingen waardoor uiteindelijk de kleine driehoekjes opzij schieten en verdwijn uit het frontale beeld. Ik adem niet meer vanzelf. De hormonen gieren nu door mijn lichaam en maken alles wat ik hoor dof. Ik kan mijn ogen niet van de dansende borsten afhouden. Heel even lijkt de tijd stil te staan. Met een mate van hooghartigheid toon jij jouw borsten partij door ze stevig heen en weer te schudden.
Met een hard “goedenavond!” worden wij ruw uit onze roes getrokken. Door de dwingende afleiding heb ik mijn taak als uitkijk verzuimd en is het mens, de baas van het galop, ons onopgemerkt genaderd. Zijn ogen dwalen over heel jouw lichaam. Je ontwijkt het contact door langs zijn blik te staren. “Prachtig” en “dank je wel daarvoor” laat hij zich ontvallen bij het passeren. Je hand voor je mond uit schaamte nu hij heeft bevestigd dat de nacht niet donker genoeg is geweest.

Je loopt nu topless naast mij. Het akkefietje van zojuist was erg opwindend en heeft een zucht naar nog meer spanning in ons los gemaakt. We zijn verder dan wij hadden durven fantaseren en denken na over een volgende stap. We zijn voorlopig nog niet bij het strand dus we hebben nog wat tijd. Je borsten dansen in het maanlicht bij iedere stap die je zet. Het is ongelofelijk opwindend jou hier zo onverholen te hebben lopen aan mijn zijde. De gedachte om een nieuw kledingstuk bij je op te eisen domineren mijn gedachtes.
In de verte horen we stemmen. We blijven even staan om beter te horen waar het vandaan komt. Voor ons. Mannen. Ze naderen. De spanning loopt wederom snel op. In een eerste reactie wil jij je jas aantrekken en probeert deze uit mijn handen te grissen. Nadat wij even elk aan een kant van je jas staan te trekken, commandeer ik jou om ook je rokje uit te trekken en deze bij mij in te leveren. Je smeekbede om de jas los te laten en jou in de gelegenheid te stellen je zelf af te dekken voor de naderende mannen weersta ik streng. De stemmen zijn nu nog op veilige afstand maar zeker al dichterbij dan zojuist. Mijn aanbod de jas te ruilen voor het rokje overtuigd jou mede gezien de tijdsdruk. Ik hoor een ritsje kort gillen en het stukje stof valt op het schelpenpad. Je stapt eruit en biedt het mij aan. Een klein stringetje vormt een donker driehoekje dat alleen het aller intiemste deel aan het zicht onttrekt. Ik neem je rokje in ontvangst maar beantwoord jouw opeisende ruk aan de jas met een ruk terug. Ik wil ook je slipje hebben is mijn aanvullende eis. Inmiddels kunnen we het gesprek volgen wat de mannen achter de bocht met elkaar hebben. Je blik communiceert uitgestelde represaille voor mij. Zonder verder oponthoud ruk je je slip over je heupen omlaag.

Het groepje mannen passeert ons en valt in de laatste meters van de nadering stil. Ik kijk naast mij en zie dat je jouw jas aan hebt maar niet de panden hebt gesloten. Je jasje wappert door het lopen nonchalant open en dicht. Bij vlagen is er te zien wat er onder zit en bij vlagen laat het zich alleen maar raden. Wanneer de mannen ons passeren groeten wij ze vriendelijk, alsof er niets aan de hand is. Het duurt minuten eer wij de mannen achter ons hun gesprek weer horen hervatten.

We zijn bijna aan het einde van het bos. Nog 1 laatste duinenrij en we zijn bij de zee “Daarheen!” wijs ik richting een konijnenpaadje wat ons weg van het pad leidt en ons in het bos houdt. “Jij voorop.” Het paadje verlangt dat we achter elkaar lopen. Wanneer de stilte van het bos de branding weer op achterstand heeft gezet vind ik het genoeg. Ik onderbreek de wandeling weer met een uitgebreide zoen. Mijn hand glijdt onder je jas en sla mijn arm om je naakte middel. Ik laat mijn andere hand aan de binnenkant van je dij omhoog kruipen en vlak voordat ik jouw vrucht kan plukken stop ik. Heel even sidder je door het onbeantwoorde verlangen.
Ik heb je met je rug tegen een boom gezet en heb jouw jas in mijn handen. Naakt sta je nu tegen de ruwe bast van de boom en het prikt onvergefelijk in je rug. Het accentueert het gevoel van buiten zijn is mijn argument voor je bezwaar. Het is hier erg donker en ik kan slechts je contouren onderscheiden. Door bewegingen valt er af en toe maanlicht op verschillende delen van je lichaam. Mijn handen glijden nu over heel jouw lichaam, zorgvuldig de erogene zones vermijdend. Je raakt opgewonden en wanneer jij de volgende stap wilt nemen doe ik een paar passen achteruit. Ik haal mijn zaklantaren uit mijn zak. Ik knip mijn zaklantaren aan en een warm wit schijnsel doet pijn aan onze ogen. Ik leg hem op de grond met een tak onder zijn kop. Met de geconcentreerde lichtstraal zet jou nu in de etalage. Het felle licht laat de wereld in jouw ogen veranderen in een witte wolk. Je doet nog een poging er aan te wennen. Het duurt niet lang wanneer jij je er bij neerlegt en je ogen sluit. Gedwee wacht je af op wat er komen gaat. Ik spreek niet en neem mijn tijd. Ik bekijk je van top tot teen en laat het lang voort duren. Ik reageer niet op jouw oproepen om in gesprek te komen. Nonchalant laat je een arm bungelen om met je hand jouw kruis af te dekken. De andere arm is blijven hangen aan je bovenarm waardoor je effectief jouw borsten hebt afdekt. Het ontbreken van mijn zichtbare en hoorbare aanwezigheid heeft jou onzeker gemaakt.

“Speel met je zelf!” luid mijn dwingende opdracht van achter het licht. Aanvankelijk probeer je uit te zoeken waar het geluid vandaan komt maar je poging strand snel door het verblindende licht. Je wendt jouw hoofd af en knijpt je ogen hard dicht. Dan komt de berusting. De vingers van je bungelende hand beginnen geleidelijk te ontwaken. Met kleine bewegingen ontsnappen ze aan de spanning in je vuist. Wanneer de souplesse weer in je is hand is gekomen begin je met de vingertopjes jezelf voorzichtig te beroeren. Eerst nog met enige vorm van schaamte verborgen achter je hand maar al snel lijkt ook voor jou de wereld om je heen te zijn verdwenen en begint jouw opgewondenheid vorm te krijgen en daarmee zichtbaar.
Terwijl je ene hand volop bezig is met het beroeren van je kruis bootst de andere hand de onzichtbare man na die ogenschijnlijk naast jou staat. Hij vergrijpt zich aan jou precies zoals jij dat graag van een man zou willen zien. Strelen, kneden en knijpen. Je bekken begint te dansen op de cadans van je vingers. Je middel danst met je heupen mee.
De choreografie wordt expressiever. De bewegingen lopen evenredig mee met de diepte van je zuchten en genotuitingen. Heel je lichaam kronkelt en golft alsmaar heftiger. Er is geen enkele schaamte meer waar te nemen. Met de boom als steun in je rug zak je door je knieën en spreid jij jouw benen iets waardoor je vingers de ruimte krijgen om bij je binnen te dringen. En diepe zucht gaat er vooraf aan het soppende geluid dat het vingeren veroorzaakt. Het tempo gaat geleidelijk omhoog totdat het de snelheid krijgt waarvan je weet dat het slot snel gaat komen.
Het hoge tempo breidt het soppende geluid aan elkaar tot één lange waterval van nat gespetter. Het eindigt in een diepe harde zware lange kreun van jou die tot ver in de weide omgeving te horen moet zijn geweest. Je trilt, rilt en schokt met heel jouw lichaam. Terwijl de schokken langzaam in frequentie afnemen zak je uitgeput door je knieën en kom je op de grond te zitten. Je benen vallen ongecontroleerd uit elkaar en toont mij het vochtige resultaat van deze exercitie. Met nog enkele spastische naschokken verlaat je de fantasie wereld en ben je langzaam weer toe aan onze wereld.
Het felle licht snijd je in het gezicht. Met een geagiteerd handgebaar maan je mij het weg te nemen. Voordat ik de zaklantaren uitzet maak ik nog wat mentale plaatjes van alle zichtbare verborgenheden voordat nacht en kleding hier weer een einde aan maken. Ik schakel de harde zware staaf uit. Donker is nu zwarter dan zwart. Ik zie helemaal niets. Een tak op de grond schuin achter mij breekt. Kraak! Mijn hart zit in mijn keel. Het is vlak achter mij en instinctief draai ik mij om. De nacht is hier echter net zo zwart als voor mij. Schrik gedreven begeef ik mij in jouw richting. Ik hoor hoe je in je kleren schiet. Het geeft mij richting waarheen ik moet vluchten. Nu hoor ik aan de andere kant van ons een tak kraken en verderop nog een paar. En nog één en nog één. We horen diverse voetstappen van ons af lopen. Geschrokken maken we ons klein en zoeken bescherming bij elkaar. Langzaam krijgen we weer het licht terug in onze ogen. Het duurt lang voordat wij onszelf hebben kunnen overtuigen dat niemand meer rond dit tijdstip nog in het bos aanwezig zal zijn. We moeten ons er echt even toe zetten onze wandeling van schande aan te vangen.
In stilte wandelen wij terug naar onze auto’s door het verlaten bos. Onder jouw ruitenwisser zitten vele briefjes met daarop korte teksten met namen en telefoonnummers. Je leest ze een voor een en moet bij sommige schaapachtig gniffelen. Je verzamelt ze en stopt ze in je zak. Je neemt afscheid van mij alsof je ergens anders nog wordt verwacht. Alleen blijf ik achter op de parkeerplaats.
Ik wandel hier nog wel eens met mijn hond en moet er dan altijd aan terugdenken. Iedereen die ik dan in de schemer hier tegen kom beticht ik heimelijk op zoek te zijn naar een spannend avontuur. Ik hoorde later dat jij nog regelmatig terug bent geweest. Meestal rond het voor ons bekende tijdstip. Ik ben razend benieuwd met wat voor avonturen je nog meer bent verrijkt. Wellicht vertel je me het ooit nog eens.

Reactie

Natuurlijk vind ik het leuk om commentaar te lezen. Heb je een opmerking of vraag kun je die hier stellen. Positief of negatief. Ik lees ze beiden erg graag en ik reageer altijd terug.
Je kunt altijd een rating geven. Daar hoef je niet voor te zijn ingelogd.

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
error: Content is protected !!